Het eerste dat me opvalt aan de kapsalon in Hurvin Anderson’s schilderij Flat Top zijn de rechte lijnen. Ze weerkaatsen door de rechthoekige vormen verspreid over de muur, waardoor een lappendeken van vormen ontstaat die Anderson heeft beschreven als kubistisch. Het tweede dat me opvalt zijn de haarlokken die op de grond liggen en met hun getufte onregelmatigheid de geometrische smalheid van de compositie verstoren. Het is een levendige, levendige scène vol dissonante kleuren en voelbare texturen.
Kunstgeschiedenis en de erfenis van de westerse schilderkunst is het uitgangspunt voor de nieuwe tentoonstelling van Hurvin Anderson. De werken, gemaakt tussen 2006 en 2023, bevatten denkbeeldige kapsalonruimtes geïnspireerd op echte ruimtes. Anderson noemt ze ‘sociale ruimtes’, naar de caféschilderijen van de impressionisten. In deze hymne aan de zwarte gemeenschap van de Britse Caraïben verkent Anderson het bereik van de vormen waaruit de ruimte bestaat.
Hij zegt dat het de spiegels waren die hem inspireerden om zijn eerste werk van dit type, Barbershop, te schilderen. Inderdaad, de gladheid van reflectie is een centraal onderwerp van onderzoek in de hele serie. Net als in Manet’s Bar in de Folies-Bergère herinnert het ongemak van het zien van een spiegel maar zichzelf er niet in zien, of iemand anders, de kijker eraan dat zijn relatie met de ruimte in het schilderij onsamenhangend en onvolledig is. De woorden die we gebruiken om de zorgen van Manet en andere vroege Franse modernisten te beschrijven – vlakheid, materialiteit, de vergankelijkheid van het stadsleven – beschrijven ook het werk van Anderson. Anderson overlapt deze artistieke nalatenschap met moderne betekenissen en creëert werken die elkaar visueel overlappen en conceptueel een collage vormen.
Zijn werk gaat over zijn eigen leven, de details van de kapsalons die hij opende, en het bredere streven om een artistieke erfenis te creëren en te claimen voor zwarte Britse sociale ruimtes. Maar het gaat ook heel erg om de schilderkunst zelf en de esthetische ontwikkeling van modernistische ideeën. Dat benadrukt hij in de bijbehorende tentoonstelling in Hepworth. In deze sectie heeft hij 18 werken geselecteerd uit openbare galerijen in het Verenigd Koninkrijk, samen met enkele uit privécollecties, waaronder die van hemzelf, die ‘je meenemen op een reis door zijn vormende invloeden’. De werken variëren van een interieur van Duncan Grant tot een videowerk van Keith Piper en een collage van Richard Hamilton. Deze serie werken toont affiniteiten met Anderson’s kapsalons die soms voor de hand liggend en soms onverwacht zijn. Door zichzelf binnen deze grotere context van Brits werk te plaatsen, claimt Anderson zijn erfenis in een lange traditie van beeldende kunst die vraagtekens zet bij vorm, kleur en het moderne leven.
Verwant: Kunstenaar Hurvin Anderson: ‘Ik ben altijd nerveus over het woord identiteit. Ik probeer het niet te gebruiken’
Met deze setting is de kans om de ontwikkeling van Anderson’s verkenning van de kapperszaakomgeving op één plek te zien uitzonderlijk. Het voelt bijna als een enkele installatie omdat elk werk zo duidelijk naar het andere verwijst en toch iets nieuws zegt. Zijn laatste twee werken in de serie zijn gemaakt voor deze tentoonstelling en zijn nog nooit eerder in het openbaar getoond. In deze twee schilderijen, Shear Cut en Skiffle, verwijderde Anderson de kappersstoelen die prominent aanwezig waren in zijn eerdere werken en plaatste hij de figuren van de klant en de kapper in de spiegels. Hij plaatst de kijker voor het eerst in de positie van de klant, dichter bij de spiegel en bijna belichaamd in de kamer, in plaats van van achter de stoelen naar binnen te turen.
De rechthoekige vormen van spiegels, posters en andere parafernalia die al deze afbeeldingen kenmerken, zijn voor het eerst leesbaar in het laatste werk, Skiffle. We kunnen een lijst lezen van de aangeboden diensten – “Fade”, “Flat Top”, “High Top” – en een flyer zien voor karatelessen, een poster met de tekst “Sunset/Sunrise” en een foto van een groep mensen in formeel kleding. Het gezicht van de kapper is nog steeds onleesbaar, zijn vorm blauw en leeg. Is hij de artiest of de kapper? Wie mag het schilderij betreden en wie mag er buiten blijven? Deze laatste werken dagen de voltooiing uit van een creatieve praktijk waarnaar Anderson al bijna twee decennia terugkeert. Door keer op keer naar deze ruimte terug te keren, creëert hij een indrukwekkend commentaar op het tijdsverloop binnen en buiten de geschilderde ruimte. Met Anderson in de kapsalon door ruimte en tijd lopen is een stil wonder.